Basversterkers

De tijd dat een bassist over een gitaarversterker speelde is lang voorbij. De basversterker heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Lees hieronder welke typen er zijn en wat de voor en nadelen zijn.

De basversterker

Het instrument elektrische basgitaar bestaat pas sinds 1951 (Fender Precision bass). Daarvoor bestond natuurlijk de contrabas al honderden jaren, maar die bassisten moesten zich akoestisch hoorbaar zien te maken. De elektrische bas kon niet zonder versterker en al snel kwamen er speciale basversterkers. Die hadden grotere en zwaardere luidsprekers dan gitaarversterkers en vaak ook meerdere speakers om zodoende flink wat lucht in trilling te brengen en de lage tonen goed weer te kunnen geven. De Fender bassman was een van de eerste: een 50W buizenversterker met vier 10 inch luidsprekers in één kast.

Basversterker Fender Bassman

Ampeg had ook een legendarische basversterker met de SVT, een kast met maar liefst 8 10 inch speakers (niet te tillen!) en een losse top (versterker) met een vermogen van 300W. Doordat oa. de Rolling Stones deze versterkers gebruikten werden ze erg populair en zijn ze dat nog steeds!

Basversterker Ampeg SVT

Ze klinken geweldig, maar voor iedereen die wel eens dit monster in een bus heeft moeten tillen, zal het een ervaring zijn die je niet licht (!) vergeet...

De legendarische bassist Stanley Clarke speelde met zijn Alembic bassen ooit over een complete mini-PA met aparte boxen voor laag, midden en hoog. Jaco Pastorius gebruikte een tijd lang reusachtige Electrovoice Eliminator horn-loaded basboxen ("glijbaan") als laagweergevers. Funkbassist Mark King maakte naam met de Trace Elliott basversterkers.

Bassisten waren blij met de komst van de transistorversterkers, die met flink wat minder kilo's dan de buizenbakken toch een groot vermogen hadden. Ook basluidsprekers met een groter rendement in een compacte kast en met lichte en tóch sterke Neodymium magneten brachten het gewicht naar beneden. Tegenwoordig heb je bascombo's van honderden watts die maar enkele kilo's wegen! Daarvoor worden digitale eindtrappen (klasse D) gebruikt en schakelende voedingen (switching power supplies) waardoor er ook geen zware transformators en koellichamen meer nodig zijn. De kwaliteit en betrouwbaarheid daarvan zijn tegenwoordig zeer goed. Ook hybride versterkers zijn erg gewild. Die hebben dan een of meer buisjes in de voorversterker (preamp) om toch nog wat van de klassieke buizensound te genereren.

Modeling

Moderne modeling versterkers kunnen op digitale wijze andere versterkers imiteren. Zo kun je met één versterker een Ampeg sound maken, maar ook een Fender sound, enz. Of dit is wat je zoekt zul je uit moeten proberen!

De basbox, basluidsprekers

Omdat je voor een stevig basgeluid nogal wat vermogen (veel Watts) nodig hebt, is een bascombo (versterker en speakers in één behuizing) niet altijd praktisch. Het wordt snel erg groot en zwaar. Losse luidsprekerboxen (bass cabinets) worden dus veel gebruikt. Om een diepe bas te kunnen weergeven op een hoog volume is een luidspreker nodig met een groot conus oppervlak. Vaak worden daarom 15 inch speakers gebruikt. Soms zelfs 18 inch (de beroemde Cerwin Vega's bijvoorbeeld!). Hoe kleiner (lichter) de conus van de luidspreker (het bewegende gedeelte) hoe sneller hij kan reageren. Bassisten die veel slappen kiezen daarom vaak voor 10 inch speakers. Fretless spelers vinden 12" vaak mooi in verband met de middentonen weergave daarvan. Het conusmateriaal is nog steeds vaak papier, omdat dat gewoon erg goed kan klinken. Er wordt ook wel ge-experimenteerd met aluminium, carbonfiber, kevlar en dergelijke, vaak met goed resultaat en een specifieke sound.

De belastbaarheid van een luidspreker wordt opgegeven in Watt. Dat is dan vaak de RMS belasting, de continue thermische belasting die een speaker kan verdragen, zonder in rook op te gaan. Vanwege het hoge vermogen wordt er warmte geproduceerd in de spreekspoel van de speaker. Meer dan 90% van de Watts wordt in een luidspreker in warmte omgezet ipv. in geluid... Die moet efficiënt worden afgevoerd. Een grote spoel kan dat beter dan een kleine, maar heeft dan ook weer een grotere magneet nodig. Onder andere daarom zijn zwaar belastbare speakers duur. Een sterkere magneet, bijvoorbeeld van Neodymium, geeft meer rendement (meer geluid voor je Watts), maar is ook flink duurder dan een gangbare keramische magneet. Neodymium magneten zijn wel 10x zo sterk als een gangbare Alnico magneet. Om een grote conus uitslag te realiseren zonder vervorming, moet de spreekspoel en de magneet lang zijn, ook weer een kostenpost.

Qua constructie wordt vaak een basreflex principe toegepast: er zit een poort in de kast (spleet of ronde vorm) om de lage tonen weergave te bevorderen. Ook een gevouwen hoorn constructie is wel toegepast:

Gevouwen hoorn baskast

Nadeel van deze constructie: op een meter afstand hoor je zo goed als geen lage tonen, maar op 10 meter wapperen je broekspijpen!

Een 18 inch box met basreflexpoort heeft hier wat minder last van:

Basreflexkast Cerwin Vega B118

Een bepaalde maat speakers geeft over het algemeen een bepaalde sound:

maat: klank:
18" veel en erg diep laag, weinig midden, nauwelijks hoog
15" diep laag, goed midden, weinig hoog
12" redelijk diep laag, veel midden, redelijk hoog
10" minder diep laag, goed midden, veel attack
8" weinig laag, midden, veel hoog

 

In de praktijk worden om die reden vaak verschillende speakers gecombineerd: een 15" en twee 10" bijvoorbeeld, of meerdere kleine speakers om zodoende tóch meer laag te krijgen, met behoud van attack (4x10" is populair), of een 15" (of 10") gecombineerd met een tweeter (speciale hoge tonen luidspreker).

De constructie van de behuizing en het materiaal van de box spelen ook nog een belangrijke rol.

Door nieuwe technieken als lichtgewicht neodymium luidsprekermagneten, digitale eindtrappen, schakelende voedingen, speciale luidsprekerkast constructies kunnen tegenwoordig basversterkers en basspeakers worden gebouwd die akelig veel geluid geven per kilogram gewicht! Basversterkers van 1000W en meer zijn al geen uitzondering meer. Een 300W bascombo pak je tegenwoordig met één hand op. Probeer dat eens met een Ampeg SVT stack!

Moderne lichtgewicht basversterkerHevos compacte basgitaar combo

De plaatsing van je baskast(en) heeft ook invloed. Als je je baskast op de grond zet, in plaats van bijvoorbeeld op een stoel of zo, heb je 3dB meer rendement, dat is héél wat! Aangezien lage tonen nauwelijks richteffect hebben, maakt dat voor de hoorbaarheid voor de bassist die vlak voor zijn kast staat weinig uit. Een basbox in een hoek van de ruimte plaatsen geeft nóg eens 3dB extra rendement. Het kan zijn dat je geluid wat minder gedefinieerd wordt. Vaak kun je dat oplossen door het sublaag wat terug te draaien met de toonregeling. Stapel je twee kasten zonder tussenruimte op elkaar, dan krijg je ook 3dB meer rendement en meer afstraling in het horizontale vlak.

Het hangt van je smaak en stijl af wat het beste werkt: een slappende funk bassist heeft veel attack nodig en een goed hoog van bijvoorbeeld een 4x10" kast met een tweeter, een bluesbassist zal misschien eerder een 15" kiezen. Uitproberen met je eigen instrument en luisteren dus!

Kabels

Van je bas naar de versterker moet je een goede kwaliteit kabel gebruiken. Een goede afscherming is heel belangrijk, de 50Hz storing van het lichtnet zit precies in het basbereik! Heb je een actieve bas, dus met een batterij en een voorversterker en/of equalizer er in, dan is de impedantie van het signaal dat door je kabel gaat laag en speelt de kabelkwaliteit een wat minder grote rol. Bij een passieve bas beïnvloedt de kabel in alle gevallen je sound. Een lange kabel haalt meer hoog uit je geluid dan een korte bij dezelfde kabelkwaliteit. Neem een kabel met een zo laag mogelijk aantal pF/m, bij voorkeur kleiner dan 100 pF/m. Goede pluggen (bijv. Neutrik) zijn ook belangrijk voor goed contact en gaan bovendien véél langer mee.

Als er een kabel van je versterker naar je box loopt, moet die zo dik mogelijk zijn, om geen verliezen te hebben. Door die kabel loopt een stroom van ettelijke Ampères. Gebruik hiervoor dus géén gitaarkabel! Ook de verbindingen moeten deugen: Speakon is veel beter dan jack.

Naar de P.A. of in de studio

Als je in een grotere zaal of zelfs in de open lucht speelt, wordt de bas doorgekoppeld naar de PA installatie omdat je basversterker in zijn eentje niet genoeg lucht kan verplaatsen om je bas goed hoorbaar te maken voor iedereen. Dat gebeurt meestal via een DI-box tussen basgitaar en versterker, zie de link hier onder. Via een microfoon die voor je basbox staat kan ook, maar werkt vaak minder goed. De combi DI én microfoon, via 2 kanalen dus, kan ook. In veel moderne basversterkers zit een DI-aansluiting ingebouwd. Ook in de studio kun je werken met DI-box en/of microfoon.

Zakformaat

zakformaat basversterkerEen radicaal andere oplossing, ideaal om te studeren zonder overlast te veroorzaken: versterkertjes in zakformaat, met een koptelefoonaansluiting. Zijn er oa. van Vox, Line 6 en andere.

Links

Donatie

Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>

Bijgewerkt op: 19 Juni, 2024