Kerktoonladders
Wat zijn kerktoonladders, ofwel modale ladders? Wat kun je er mee?
Deze ladders heten zo omdat ze voorkomen in Gregoriaanse kerkmuziek. Daar komen ook de namen van de ladders vandaan. De kerktoonladders of modale ladders kunnen worden afgeleid van de majeurladder. Gerangschikt naar klankkleur (van vrolijk naar treurig):
Naam: |
Trap: |
Intervallen tov. majeurladder: |
Klinkt als: |
Akkoord: |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lydisch |
IV |
1 |
2 |
3 |
#4 |
5 |
6 |
7 |
Majeur met #4 |
maj7/9/#11/13 |
Ionisch |
I |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Majeur |
maj7/9/13 |
Mixolydisch |
V |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
b7 |
Majeur met b7 |
7/9/13 |
Dorisch |
II |
1 |
2 |
b3 |
4 |
5 |
6 |
b7 |
Mineurladder met 6 ipv b6 |
m7/9/11/13 |
Aeolisch |
VI |
1 |
2 |
b3 |
4 |
5 |
b6 |
b7 |
Mineur |
m7/9/11 |
Frygisch |
III |
1 |
b2 |
b3 |
4 |
5 |
b6 |
b7 |
Mineur met b2 |
m7/11 |
Lokrisch |
VII |
1 |
b2 |
b3 |
4 |
b5 |
b6 |
b7 |
Mineur met b2 en b5 |
m7/b5/11/b13 |
Er zijn op elke trap nog veel meer akkoorden mogelijk, zie toonladders en akkoorden
Bovenaan de ladder met de grootste intervallen vanaf de grondtoon (stijgend) en daardoor de meest heldere klank. Onderaan de ladder met de kleinste intervallen en de donkerste klank. De karakteristieke tonen, de tonen die afwijken van de, ons meest vertrouwde, majeur en mineurladders, staan in de laatste kolom. De startpunten t.o.v. de majeurladder staan in kolom 2. Merk op dat de grondtonen op kwinten afstand liggen! In de kerkmuziek wordt ook nog gewerkt met de zgn. “hypo-ladders” die een kwart lager beginnen. Hypolydisch heeft dan de zelfde tonen als de lydische ladder die een kwart hoger begint, enzovoorts. De naam lokrisch is een recentere toevoeging en werd vroeger hypofrygisch genoemd.
Bepaalde theoretisch mogelijke toevoegingen ontbreken vanwege de 'regel van de b9'. Als een toevoeging (boven de septiem) een b9 interval maakt met een lagere akkoordtoon, is die toevoeging vanwege de slechte klank niet echt bruikbaar. Voorbeelden: de 11 in Ionisch (b9 met de 3), de b13 in Aeolisch (b9 met de 5) enz. Enige uitzonderingen op deze regel zijn: de b9 en de b13 in een dominant septiemakkoord, dat deze dissonantie wél verdraagt.
De hoofdtrappen I, IV en V geven de majeur en mineur ladders stabiliteit en maken sterke cadensen mogelijk. Lydisch is daarom wat onstabiel omdat er geen normale vierde trap (subdominant) in voorkomt. Zo is Ionisch (majeur) dus aan de “heldere kant” de eerste stabiele ladder. Aan de onderkant is lokrisch zeer instabiel vanwege het tonica akkoord met een verminderde kwint. Frygisch heeft op de vijfde trap een akkoord met een verminderde kwint en is daardoor ook minder stabiel. Aeolisch is daardor aan de “donkere kant” de eerste stabiele ladder. Dit verklaart de populariteit van de majeur en mineurladders als uitersten. Mixolydisch en dorisch liggen daar tussenin als resp. “iets minder majeur” dan majeur en “iets minder mineur” dan mineur.
Merk op dat de grondtonen in deze rangschikking de kwintencirkel volgen. In de laatste kolom staan akkoorden met hun evt. toevoegingen die op de grondtoon van de betreffende modus gebouwd kunnen worden. Opgesomd zijn akkoorden die uit tertsen zijn opgebouwd. Er zijn natuurlijk meer mogelijkheden. Voorbeelden: mixolydisch wordt ook vaak gebruikt op sus4 akkoorden met evt. 9, 10, 13 als mogelijke toevoegingen. Ook Dorisch combineert goed met sus4 en 9/b10/13.
Een andere naam voor kerktoonladders in dit verband is “modi” of "modale ladders". Dorisch is de tweede modus van de majeurladder, frygisch de derde, enz. Een voorbeeld van de modi van de majeurladder van C:
C | I | Ionisch |
D | II | Dorisch |
E | III | Frygisch |
F | IV | Lydisch |
G | V | Mixolydisch |
A | VI | Aeolisch |
B | VII | Lokrisch |
Ionisch = majeur, Aeolisch = mineur
Cadensen
De bovengenoemde karakteristieke tonen bepalen ook de karakteristieke cadensen in elk van de modale ladders. Dat zijn dan cadensen met akkoorden waarin die tonen voorkomen. Omdat de lokrische ladder op de eerste trap een akkoord met een verminderde kwint heeft is de tonica in deze ladder zó zwak dat die niet als zelfstandige toonsoort voorkomt.
Lydisch: | ||: Cmaj7 | D | Cmaj7 | Cmaj7 :|| | ||: Cmaj7 | Bm7 | Cmaj7 | Cmaj7 :|| |
Ionisch: | ||: C | F :|| | ||: C | G7 :|| |
|| C | C/E | F | G7 :|| | ||: C | Am | Dm | G :|| | |
Mixolydisch: | ||: C7 | Dm7 | C7 | C7 :|| | ||: C | Bb | F | C :|| |
||: C | Gm7 | C | C :|| | ||: C | Bbmaj7 | C | C :|| | |
Dorisch: | ||: Cm7 | Dm7 | Cm7 | Cm7 :|| | ||: Cm7 | F7 :|| |
Aeolisch: | ||: Cm7 | Fm7 :|| | ||: Cm7 | Abmaj7 :|| |
||: Cm7 | Cm7 | Fm7 | Gm7 :|| | ||: Cm7 | Abmaj7 | Dm7/b5 | Gm7 :|| | |
Frygisch: | ||: Cm7 | Dbmaj7 :|| | || Cm7 | Bbm7 :|| |
Lokrisch: | - |
Als je in de cadensen akkoorden gaat gebruiken waarin niet de karakteristieke tonen voorkomen, is er snel een neiging om het akkoordenschema alsnog als majeur of als mineur te gaan horen. Je kunt de tonica-werking versterken door het gewenste tonica-akkoord als eerste te spelen: ||: Cmaj7 | Bm7 :|| klinkt zodoende als C Lydisch, maar ||: Bm7 | Cmaj7 :|| wordt als B Frygisch ervaren! Het tonica akkoord langer maken werkt ook: ||: C | Bb F :|| klinkt als C Mixolydisch. Een orgelpunt versterkt ook de tonica-werking: ||: C | Bb/C F/C :|| Orgelpunt boven: ||: C | Bbsus2 F :|| met de C als bovenstem. Je kunt de tendens naar majeur of mineur ook verzwakken door de akkoorden niet uit tertsen, maar bijvoorbeeld helemaal of grotendeels uit kwarten, kwinten of secundes op te bouwen. In modale jazz is dit vaak te horen.
De modale invloeden in popmuziek zijn er deels in terecht gekomen vanuit de kerkmuziek, via de (oa. Engelse en Ierse, Keltische) volksmuziek. Een andere oorzaak is natuurlijk de songwriter m/v die op de gitaar met een paar simpele akkoorden aan het spelen is en een leuke groove met Em en A ontdekt die dan vervolgens door de theoreticus als Dorisch wordt geïdentificeerd.
Tips om vertrouwd te raken met deze kerktoonladders of modale ladders:
- Zing de modi van grondtoon naar grondtoon en terug
- Doe dat in stijgende en ook in dalende richting
- Speel de karakteristieke cadensen van elke toonladder
- Improviseer met je stem en met je instrument over deze cadensen
Modi leveren ook mogelijkheden om in de klas iets met improviseren te doen dat wat interessanter klinkt dan pentatonisch of majeur en mineur.
Gebruik
De ladders worden behalve op de bovengenoemde cadensen ook gebruikt op akkoorden in bijvoorbeeld akkoordenschema’s als:
||: Cmaj7 | Dm7 | Dbmaj7 | Dbmaj7 :||
Hier kun je op Dbmaj7 Db Lydisch spelen. Je kunt de Db ook opvatten als een akkoord uit de frygische C ladder. De naam voor dit laatste fenomeen is “modal interchange”: er wordt een akkoord uit een andere modus maar op dezelfde grondtoon gebruikt. Overigens hebben Db lydisch en C frygisch dezelfde tonen! De bekendste modal interchange is majeur met mineur, in klassieke muziek Moll-Dur genaamd:
||: C | Am | F | Fm :|| Op Fm kun je C mineur spelen (ofwel F dorisch)
||: Cmaj7 | F#m7/b5 | Fmaj7 | Cmaj7 :|| Op F#m7/b5 F# lokrisch, Ook te zien als modal interchange met C lydisch.
In modale jazz, en soms ook in pop/rock, wordt vaak het constant-structure principe gebruikt: op de verschillende bastonen in een schema staat steeds dezelfde structuur van een akkoord met een daaraan gekoppelde ladder:
||: F7sus4 | Ab7sus4 :|| met bijvoorbeeld resp. F Mixolydisch en Ab Mixolydisch of met resp. F Dorisch en Ab Dorisch.
Modi van andere ladders
De tot nu toe gebruikte modi zijn allemaal van de majeurladder afgeleid. Je kunt ook weer 7 modi van bijvoorbeeld een harmonische mineurladder afleiden, of van een melodische mineur. Deze hebben dan niets meer met kerktoonladders te maken, alleen de namen worden nog gebruikt. De ladder op de vijfde trap van de harmonische mineurladder wordt dan mixolydisch b9/b13 omdat hij dezelfde tonen heeft als mixolydisch, maar dan met deze twee verlagingen. Voorbeeld:
E F G# A B C D E
Andere naam: mixolydisch harmonisch mineur, omdat het een vijfde traps ladder is (vijfde modus) van de harmonische mineur, van A in dit voorbeeld. De eerste naam beschrijft de overeenkomst en de verschillen met een bestaande kerktoonladder, de tweede manier van naamgeving beschrijft welke modus van welke ladder het is.
In jazz veel gebruikte modi van de melodische mineurladder zijn modus 4 (lydisch b7) en modus 7 (super lokrisch, ofwel altered scale). Lydisch b7 klinkt goed over X7/9/#11/13, de altered scale over X7/alt5/alt9, een akkoord met een verhoogde en/of verlaagde kwint en idem none. Enharmonisch gelijk aan #5 en b5 zijn resp. b13 en #11.
Elke niet-symmetrische ladder heeft even veel modi als trappen. Hele toons heeft bijvoorbeeld maar één modus, oktotonisch twee.
Links
- Ladders en akkoorden met een tool om de akkoorden en de ladders te berekenen.
- Songwriting: akkoorden bij toonsoorten met een tool om alle bij een ladder behorende akkoorden uit te rekenen!
- Songwriting: Modal interchange met een tool om in alle toonsoorten veelgebruikte modal interchange akkoorden te berekenen
- Jamsession midifiles om te leren improviseren in de modi
- Leer de modale ladders op je gehoor herkennen
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024