Akoestische gitaar kopen
Tips van de Belgische gitaarbouwer Ludwig Geudens. Mijn collega Dirk Janssen publiceerde een interessant artikel op deze site over de akoestische gitaar. In die tekst vind je een aantal hints van dingen waar je al op kunt letten als je een nieuwe gitaar gaat kopen. In dit artikel tracht ik deze elementen wat verder te duiden en te ordenen, zodat je een beetje een checklist krijgt die je kan aflopen als je een gitaar gaat kopen. De meeste dingen zullen op zowel akoestische als elektrische gitaren slaan. Hopelijk helpt dit artikel je om de best mogelijke gitaar te kiezen.
Budget en Prijs
Het eerste dat je moet doen is een eerlijk budget bepalen. Verwacht geen te grootse dingen als je maar 100€ kan/wil uitgeven. Maar wees ook eerlijk ten opzichte van jezelf: ga je alles uit een gitaar van 10.000€ kunnen halen dat er in zit? Je zult het meest content zijn van een gitaar die jouw mogelijkheden vergroot en jouw persoonlijkheid uitstraalt. Je zult gefrustreerd worden als ze je beperkt of als je voelt dat je niet alles uit het instrument kan halen dat erin zit. Zo kunnen bepaalde klassieke gitaren fantastisch klinken als je een zeer goede techniek hebt, maar ondermaats als je bv geen snaren met harde spanning aankunt.
Dan ga je naar de prijs kijken. Staat een hogere prijs garant voor een betere gitaar? Ja en neen.
- Ja: het zou miraculeus zijn, mocht je een gitaar van 200€ vinden die beter is dan een van 4.000€.
- Neen: eigenlijk is met het vorige alles al wat gezegd.
Je kunt spreken van een aantal grote prijsklassen. Voor klassieke gitaar, en uit mijn ervaring: <100€, 100€ - 500€, 500€ - 2000€, 2000€ - … De eerste klasse is een afrader. Je zou denken: is dat niet interessant voor een beginneling, zo iets goedkoops? Mijn ervaring leert me dat de beste manier om gedesillusioneerd te raken in het gitaar spelen is zo’n instrument te nemen. Het speelt moeilijk, is vaak slecht geïntoneerd, en je zal snel extra kosten hebben. Zo heb ik ooit een gitaar van 35€ geprobeerd te stemmen: het lukte gewoonweg niet en op het eind was de stemmechaniek gebroken.
De tweede klasse kan inderdaad al instrumenten bevatten die aanvaardbaar zijn, en waarvan je een hele tijd plezier kan hebben. Zo speelde ik zelf jaren op een Yamaha van, in huidige prijzen, zowat 300€, tot ik zelf een gitaar bouwde. In deze klasse vindt je ook al gitaren waar op zijn minst de bovenbladen massief zijn, dus volledig bestaand uit ‘echt’ hout, en geen triplex. Vaak zie je dit al aan de binnenrand van het klankgat, waar het hout doorgesneden is.
De derde klasse is voor mij een moeilijke klasse. Het is een beetje noch vlees noch vis. Hierin zitten zeker degelijke instrumenten, maar je zult er geen topklank vinden. Als je in een vroeg stadium van je gitaarspel zit is dit zeker een aan te raden klasse om te zien hoever je komt. Als je al een gitaar van 500€ die redelijk is, en je wil een échte upgrade, dan kan je hier meestal niet terecht.
De vierde klasse is zeer breed: van 2000€ tot … (vul gerust 15.000€ en meer in). Hier komen we in de klasse van de handgebouwde gitaren en wordt het erg moeilijk. Op een bepaald ogenblik ga je voor de naam beginnen te betalen, nooit een goed idee. De boodschap hier is: testen en zoeken tot je ‘jouw’ gitaar vindt.
Gitaar bovenblad met steunbalkjes
Let op de onderdelen
Een gitaar is een complex instrument met veel onderdelen, die alle de juiste kenmerken moeten hebben, of het loopt vroeg of laat mis. Sommige elementen kun je checken, andere zijn moeilijker na te gaan.
- Let op: bepaalde houtsoorten en materialen zijn beschermd via de CITES overeenkomst. Daar onder vallen houtsoorten als palissander en materialen als ivoor. Als je een instrument koopt met deze materialen er in verwerkt, dan heb je een "paspoort" nodig, het Musical Instrument Certificate. Vraag daar bij de koop om!
Hals en toets: vraag naar de houtsoorten. De hals moet stabiel zijn en niet te zwaar, om de balans goed te houden. De toets moet hard zijn, omdat er anders snel sleet op komt. Interessante antwoorden: hals: loofboomceder (vooral voor klassiek), mahonie (vooral steelstring), esdoorn (vaak bij elektrische); toets: ebben of palissander (deze laatste werkt wel niet zo goed voor klassieke gitaren).
Kijk eerst eens naar de hals. Deze moet over de lengte recht of een klein beetje hol staan, nooit bol. Met een trussrod (halspen) kan je dit wel wat aanpassen. Moest dit nodig blijken, vraag dan aan de verkoper dit te doen vóórdat je beslist die gitaar te nemen.
Dan ga je luisteren of er geen ongewenste geluiden zijn (door slechte fretting of afstelling): speel élke noot van de gitaar, maar ook in combinatie (bijv. 3de fret van de 6de snaar en 5de fret van de 5de snaar en zo de hals aflopen).
Voel de ronding van de hals, ligt deze lekker in de hand, is hij niet te rond, te plat, te driehoekig voor jou?
Ga ook de intonatie van de gitaar na. Met de huidige stemkastjes is dat eenvoudig te doen. Check elke toon. Let wel: er bestaan geen gitaren die theoretisch juist klinken, omdat we frets gebruiken. We zijn echter een bepaalde ‘valsheid’ van toon gewend. Vergelijk het met de eerste keer dat je Arabische of Chinese muziek hoorde en dacht dat dát vals was. En je had gelijk, alleen is het gewoon ánders vals dan wat wij gewend zijn. De truc van de flageolettoon op de 12de fret te vergelijken met de ingedrukte noot op dezelfde afdeling is zeker een aanrader. - Body: deze zorgt voor sustain en klankkleur. Een bovenblad van massief hout is belangrijk (vuren, sitka, naaldhoutceder). De enige gitaar waarbij je beter opteert voor een triplex bovenblad is de resonator gitaar (zie de national gitaar), omdat daar de zogenaamde ‘cone’ voor het geluid zorgt, en deze zo stabiel mogelijk in het bovenblad moet liggen. Ook voor de zijkanten en rug is massief hout een aanrader, omdat door de verlijming van verschillende lagen, deze het geluid meer zullen dempen.
Zoals hoger gezegd: voor het bovenblad zie je het vaak aan het klankgat, voor de rug en zijkanten kun je de nerf langs de binnenkant van de gitaar vergelijken met deze langs de buitenkant: komen die overeen?
Wat betreft de lak: denk na over wie je bent als speler. Politoer is misschien wel de beste manier om een gitaar af te werken geluidsmatig gezien, maar als je nogal een brute speler bent, moet je toch overwegen om een hardere lakafwerking te gebruiken.
Let op: hoewel bij de elektrische gitaar veel meer vrijheid is in het design van de body, heeft deze toch een belangrijke invloed op de klank, met name op de sustain, dus verwaarloos dit aspect niet.
- Hardware (stemmechanieken, knoppen, …)
Draai eens flink aan de stemmechanieken omhoog en omlaag. Voelt dit stabiel? Kan je de gitaar goed gestemd krijgen? Schakelaars en knoppen moeten stabiel zitten, vlot draaien, en een directe impact hebben.
- De algemene bouw. Bekijk (en dit geldt zeker voor handgebouwde instrumenten) de afwerking binnen in de gitaar. Als er aan de details aandacht is geschonken (geen lijmoverschotten, ook ‘onbelangrijke’ (bestaan volgens mij niet) onderdelen als lijmrepen zijn netjes geschuurd, geen slordigheden, zal er ook aan de akoestische elementen aandacht geschonken zijn.
- Hout en vocht. Dit is een moeilijk punt: een goede bouwer (hand of machinaal) zorgt voor een optimale hout- en luchtvochtigheid. Aangezien het hout blijft werken, is dit belangrijk, maar niet echt na te gaan door de koper. Wat is wel belangrijk: als je rug én je bovenblad gebold staan, zullen ze gemakkelijker veranderende klimaatomstandigheden aankunnen zonder te barsten.
Randinleg bovenblad akoestische gitaar
3. Foute redenen om een gitaar te kiezen.
‘Me and my guitar’: ken je dit lied nog? In feite zijn er niet echt foute redenen om een gitaar te kiezen: misschien wil je wel een klank die dood valt voor bepaalde stukken, misschien vind je het wel fijn dat je gitaar vals klinkt, … Jij blijft uiteindelijk de baas over je keuze. Maar moest je een gitaar willen die algemeen aanschouwd wordt als goed, mag je je niet laten misleiden. Vandaar enkele punten:
- Naam van de bouwer/merknaam. Dit is een goed startpunt in je zoektocht naar een gitaar. Als er goed wordt gesproken over een bouwer/merk, dan is het zeker aan te raden deze gitaren eens in de hand te nemen. Maar ga geen hoge bedragen betalen voor een gitaar, alleen maar omdat er een bepaalde naam of merk in staat. Voel of voor jou de klank, vorm, … ideaal is. Trouwens wat betekent het: vele gitaren worden op verschillende plaatsen door verschillende mensen gemaakt, zelfs bij de ‘handgebouwde’ ben je vaak niet zeker dat de naam die erin staat van de échte bouwer is (vergelijk het met schilderijen van Dalí, waar het enige van Dalí zelf zijn handtekening is).
- Handgebouwd versus machinebouw. Dit mag nooit een reden van keuze zijn volgens mij. Handgebouwd is geen synoniem voor kwaliteit, hoewel het de belofte inhoudt. Maar ook machinaal gebouwde instrumenten kunnen fantastisch zijn.
- Kleur, geur en vorm. Bij deze een pleidooi voor experiment. Laat je niet vangen aan traditie. Probeer ook eens iets uit dat buiten de lijntjes kleurt. Misschien valt het mee, misschien valt het tegen, maar geef het een kans. Voor mijn eigen gitaren: ik bouw klassieke gitaren met cutaway. Waarom: deze zijn praktisch niet te vinden in de betere klasse gitaren. Het speelt aangenaam, je kan veel gemakkelijker op de hoogste posities spelen. Maar bovenal: het blijkt beter te zijn voor het geluid: de sustain van de hoogste noten is veel beter. De volumewijziging wordt opgevangen door een minieme aanpassing in de vorm.
Zo, ik hoop dat je hier wat aan hebt en dat het de basis kan zijn voor een optimale keuze voor een instrument waar je jaren plezier van kan hebben.
Tekst: Ludwig Geudens - LudArt: bouwer van moderne nylonstring gitaren
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024