Mengpaneel afregelen
Of je nu werkt met live geluid, of in een (home-)studio: het afregelen van een mixer heeft veel overeenkomsten. Zelfs sofware mixers lijken op fysieke mixers en worden dus ook zo bediend. Digitale mengpanelen hebben weer hun eigen manier van bedienen maar er zijn ook veel overeenkomsten met de hier besproken analoge tafels.
Hier onder volgen stapsgewijs tips om je mengpaneel af te regelen. Omdat er allerlei mixers zijn, van zeer simpel tot enorm uitgebreid, zul je niet elk knopje en schuifje terugvinden. De belangrijkste in elk geval wél.
Kanaal strip
Elke mixer heeft een aantal channel strips. Je ziet ze als zich herhalende kolommen van knoppen met dezelfde functie als de kanalen ernaast. Bovenaan zitten altijd de knoppen die met de gevoeligheids aanpassing te maken hebben, dan toonregeling, aux groepen, faders. Daarnaast kunnen er nog veel meer knoppen op zitten, maar deze heb je eigenlijk altijd wel.
Aansluiten, de juiste ingang
Voor een microfoon gebruik je een XLR ingang (die met die 3 gaatjes). Voor een synthesizer, elektrische piano, enz. gebruik je de jack ingang (line ingang), die de vorm heeft van een rond gat.
Let op: soms zit er een insert op je mixerkanaal die ook met een jackplug werkt, die is het dus niet! Als de afstand erg groot is, kun je beter via een korte jack kabel naar een DI box gaan en vervolgens via een XLR kabel naar de mixer. Dat geeft minder storingen.
Een elektrische gitaar heeft ook een jackplug, maar géén line signaal niveau! Zo'n gitaar zal wel iets van geluid geven via de line ingang, maar stel je er niet te veel van voor! Beter is opnemen via een gitaarvoorversterker met een luidsprker simulator, via een multi effectapparaat (idem) of met een microfoon voor je gitaarversterker.
Stereo ingangen zijn voor stereo geluidsbronnen, zoals bijvoorbeeld een DJ tafel, een CD speler, een stereokeyboard, enz. Je zou zo'n geluidsbron ook op twee normale (mono) kanalen kunnen aansluiten, waarvan je de ene naar links pant en de andere naar rechts, maar het is praktischer om dat via één stereo kanaal te doen, dan hoef je ook maar op 1 plaats de gain in te stellen, op 1 plaats de equalizing te doen enz.
Mute
Met een mute schakelaar zet je een kanaal stil. Er gaat dan geen geluid van dat kanaal meer naar de mix of naar de aux uitgangen. Sommige mixers hebben ON knoppen die het omgekeerde doen: in de stand ON gaat het signaal naar de mix en naar de auxen, in de andere stand niet. Vaak is het zo dat ook in de Mute stand (off stand) de PFL van dat kanaal tóch werkt. Handig voor stil soundchecken.
PFL
Pre Fader Listen, hiermee kun je het geluid van alleen dit kanaal, onafhankelijk van de stand van de kanaalfader horen (via koptelefoon of studiomonitor). Handig om problemen op te sporen en om de kanaal gain in te stellen. Ook wordt het signaalniveau van dat kanaal via de Vu meter weergegeven. Live onmisbaar.
SOLO
ook wel "Solo In Place" of "AFL" (After Fader Listen) genoemd. Hiermee beluister je het geluid van dit kanaal na de fader en inclusief de panning (vandaar "in place"), evt. effecten etc. Vooral handig in de studio.
Soms is er een schakelaar die van alle PFL knopjes een SOLO knop kan maken. Let op de stand daarvan!
Signaalniveau aanpassen met GAIN en PAD
De ene microfoon is de andere niet. Sommige gaan (veel) harder of zachter dan andere. Ook de ene zanger is de andere niet, enzovoorts. Er kunnen dus flinke verschillen zijn in ingangssignaal. Om dat te matchen is er de gain knop. Die regelt de gevoeligheid van het kanaal. Staat hij te hoog, dan zal het vervormen, staat hij te laag, dan heb je meer ruis en te weinig volume. Afregelen gaat als volgt:
- Geluidsbron signaal laten geven: zangeres laten zingen, pianist laten spelen of wat dan ook. Laat hem/haar flink gas geven, want afregelen op een slap potje zingen geeft gegarandeerd vervorming bij die extatische schreeuw...
- Druk het bij dat kanaal behorende PFL (Pre Fader Listen) knopje in. Soms heet het SOLO. Kijk nu op de Vu meter (volume meter) hoeveel die uitslaat. Groen is OK, geel mag ook af en toe, rood is te hard. Afregelen met de gain knop van het kanaal.
- Als het signaal zó sterk is dat je de gain bijna helemaal naar links moet zetten, kun je (indien aanwezig) het PAD knopje indrukken. Hiermee wordt het signaal met een vaste hoeveelheid dB's verzwakt. Nu kun je gemakkelijker "gainen".
- Omgekeerd kan het pad knopje ingedrukt zijn geweest (verzwakker actief) zodat je niet voldoende gain hebt op het signaal tot het geel op te krikken. Draai nu, om een schrikeffect te vermijden, eerst de gain flink terug. Druk daarna op pad zodat de verzwakker uit staat (knopje omhoog) en regel de gain.
- Na het equalizen (zie volgende punt) gainen nogmaals herhalen. Door opkrikken of afzwakken via de equalizer kan het signaal immers sterker of minder sterk geworden zijn.
- Tijdens een optreden kan het zijn dat bijvoorbeeld de drummer harder is gaan meppen en dat je opnieuw de gain moet bijstellen. Je kunt dat onhoorbaar doen door tegelijk aan de gain te draaien en de fader te bedienen.
- Vergeet niet de PFL knop (solo knop) van het kanaal uit te zetten!
Master equalizer
Op sommige mixers zit een master equalizer waarmee je je weergavesysteem op de zaal akoestiek of op je sudio akoestiek kunt afregelen. Dat moet je doen vóór de soundcheck, omdat al het geluid er door beïnvloed wordt! Doe het door een CD die je goed kent te draaien via een kanaal dat je neutraal hebt ingesteld, met de equalizer uitgeschakeld of met alles in de middenstand. Nu kun je via de master eq op je gehoor de gewenste sound in te stellen, eventueel voor links en rechts afzonderlijk. Het kan ook "wetenschappelijk" met een pink noise generator en een realtime frequentie analyser. Bedenk wel dat de plaats waar je luistert en de plaatsing van de speakers een grote rol spelen! Een goed ingestelde master eq bespaart je veel moeite met het equalizen per kanaal omdat de weergave van je systeem als geheel nu (meer) lineair is.
Equalizen, toonregeling
Zet nu de Mute van het kanaal uit, zet de kanaalfader op 0dB en zet de masterfader (mix) zo hard als nodig om het goed te horen. 0dB is dus niet hetzelfde als geen geluid! dB is een logaritmisch verhoudingsgetal en geeft in dit geval aan dat het signaal 1:1 wordt doorgegeven, versterking 1x dus en log1 = 0.
Met de toonregeling (equalizing) kun je nu naar smaak de sound instellen. Voor de meeste kanalen kun je het knopje "Bass rolloff", "Rumble", "HPF", of hoe het ook mag heten op je mixer inschakelen. Hiermee haal je ongewenste lage tonen weg. Laat het alleen bij de bassdrum, basgitaar en evt andere écht lage instrumenten uitgeschakeld.
Middentonen regelaars zijn vaak uitgevoerd als semi parametrische of vol parametrische regeling. Je regelt dan met één knop de frequentie waarop je werkt, met één knop hoeveel je toevoegt of weghaalt (gain). Bij een vol parametrische regeling is er nog een derde knop die de breedte van het gebied bepaalt dat je beïnvloedt. Volgorde van werken:
- Draai de gain knop op +10dB of zo, versterken dus
- Draai nu aan de frequentie knop om het gebied dat je wilt bewerken (sterker maken of juist zwakker maken) op te zoeken op je gehoor
- Draai nu weer aan gain om de klank te krijgen die je wilt
- Draai nu evt aan de Q (Quality, de breedte van het gebied) om het werkgebied smaller of juist breder te maken
- Herhaal eventueel deze handelingen totdat je tevreden bent
Heb je meerdere sets mid regelaars, dan start je met ze eerst allemaal op 0dB gain te zetten. Vervolgens stel je met één set een klank in. Mocht je er meerdere nodig hebben om je sound te krijgen, dan gebruik je vervolgens de tweede, enz.
Aux send
Aux is een afkorting van Auxiliary wat "hulp" betekent. Op een mixer vind je aux sends en aux returns, hulp uitgangen en hulp ingangen dus. En ze zijn er in 2 smaken: pre fader en post fader. Bij veel mixers kun je per aux met een schakelaartje bepalen of die aux pre of post fader moet zijn.
De pre fader aux send is een aftakking vóór de kanaalfader. Hiermee kun je een kopie van het signaal van dat kanaal wegsturen naar bijvoorbeeld een monitorbox op het podium. Hoe sterk dat signaal is kun je dan met de knop aux1 instellen voor de aux1 out, met de aux2 knop voor de aux2 out enz. Meestal is er dan nog een algemene knop om het totale signaal voor de aux2 out (aux2 send) te regelen. Omdat het een prefader aux is, is het volume van die monitor nu niet afhankelijk van de stand van de fader van dat kanaal en dat is wat je ook wilt voor een monitorbox.
Een postfader aux is een aftakking ná de kanaalfader. Het volume hiervan is dus niet alleen afhankelijk van de stand van de betreffende aux knop, maar ook van de stand van de kanaalfader. Deze post fader aux gebruik je bijvoorbeeld voor het sturen van een kopie van het signaal naar een extern galmapparaat. Mocht de fader voor dit kanaal dicht staan, dan komt er ook geen galm voor dat signaal en dat is ook wat je wilt. Hoe harder het signaal in de totaalmix staat (afhankelijk van de fader) hoe sterker het naar de galm gestuurd wordt en hoe sterker dus ook de galm ervan wordt. Precies wat je wilt voor een galm.
Aux return
Om even bij het laatste voorbeeld te blijven: stel je voor dat je een signaal via laten we zeggen aux3 (een post fader aux) naar de galm hebt gestuurd. Die galm moet dan weer terug de mixer in komen. Dat kun je doen via een aux return, meestal uitgevoerd als een stereo ingang. Met de regelknop aux3 return kun je dan het galmsignaal weer bij de mix voegen in de mate die je wilt.
Pan, balance
Bij normale (mono) kanalen zit er een pan knop boven de fader. Dat is een afkorting van Panorama. Met die knop bepaal je welke plaats in het stereobeeld het geluid van dat kanaal krijgt: links, rechts of ergens er tussenin.
Stereokanalen hebben in plaats daarvan een Bal knop: Balance. Met die knop bepaal je via het volume van het linker en rechterkanaal of je het geluid meer links of meer rechts waarneemt, maar het signaal van links blijft links en rechts blijft rechts! Anders dan bij een Pan knop dus, waar je een mono signaal naar het linkerkanaal, het rechterkanaal of naar een combinatie kunt sturen.
Routing, subgroepen
Bij wat meer uitgebreide mixers heb je subgroepen. Met de routing knopjes van een kanaal kun je het geluid ervan toewijzen aan een subgroep of het meteen naar de main mix (master fader) sturen. Stuur je bijvoorbeeld alle kanalen van het drumstel naar subgroep 1, dan kun je met de fader van subgroep 1 het volume van het totale drumstel met één fader regelen, zonder dat de onderlinge verhouding verandert. Dat zou je ook kunnen doen voor bijvoorbeeld het koortje, de blazerssectie, enz.
Kanaalfader
Met deze fader (schuif) bepaal je de sterkte van het signaal van dat kanaal in de totale mix. Als je start met mixen, zet je de faders allemaal rond de 0dB. Van daaruit zet je geluiden die te hard zijn zachter en die te zacht zijn harder.
Mix out
Hoewel een gainknop en een kanaalfader ook invloed hebben op het volume van het geluid, is de enige echte volumeregelaar de mix out (master) fader. Daarmee bepaal je namelijk hoe hard het gaat. Met de gain knop regel je de gevoeligheid van je kanaal, met de fader doe je de mix, de volume verhouding ten opzichte van de andere kanalen. De masterfader is vaak dubbel uitgevoerd, apart voor links en voor rechts zodat je de balans nog kunt beïnvloeden.
Oefenen
Voor een geluidstechnicus is de mixer het belangrijkste instrument. Oefen er dus veel mee, experimenteer, luister, lees de handleiding (!). Zoals een musicus zijn instrument moet beheersen moet je dat als technicus ook met je mengpaneel en met de rest van je apparatuur. Als je de logica van je mixer goed begrijpt zul je merken dat er erg veel mee mogelijk is. Dmv. de routingknopjes, de auxen, de subgroepen, alle in- en uitgangen, enz. kun je je mixer op allerlei manieren ge- en misbruiken.
Links
- Mengpanelen: uitleg van alle knoppen en ingangen en uitgangen
- PA soundcheck
- PA opstellen
- PA techniek
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024